C E Y L O N

Op Ceylon, een eiland in de Indische oceaan, had de Nederlandse Vereenigde Oostindische Compagnie tussen 1640 en 1796 factorijen gevestigd. Ceylon is door de geschiedenis heen altijd het centrum van de specerijenhandel geweest. In de oudheid onderhield het betrekkingen met de Grieken, Romeinen en Arabieren. Sinds 1972 is de naam van het eiland Sri Lanka.

ZEEUWSE PRIMEUR

De eerste Nederlandse schepen die op de kust van Ceylon aankwamen waren de Zeeuwse Leeuw en Leeuwin van Cornelis de Houtman. Ze waren namens de Veerse Compagnie op 28 maart 1598 uit Veere vertrokken. De Vereenigde Zeeuwsche Compagnie stuurde Joris van Spilbergen op 5 mei 1601 vanuit Veere naar Ceylon. Hij moest kijken of er handel in kaneel mogelijk was. De vloot bestond uit de Ram, het Schaap en het Lam. Op 31 mei 1602 kwamen ze aan bij Batticaloa. Twee maanden nadat van Spilbergen was weggevaren bereikte op 28 november 1602 een nieuwe Zeeuwse expeditie het eiland. De vloot van Sebalt de Weert bestond uit de schepen Vlissingen, Ter Goes en de Ziericksee. Ze waren op 31 maart 1602 weggevaren vanaf de Rede van Rammekens bij Vlissingen.

JAFFNA DUTCH FORT

Een VOC leger onder leiding van Rijcklof van Goens veroverde op 22 juni 1658 Fort Jaffna op de Portugezen. De VOC bouwde dit fort aan de noordkust van Ceylon sterk uit. De vijf verdedigingswerken bestaan uit hoge bastions met een brede en diepe gracht eromheen. De bastions zijn genoemd naar provincies: het Holland, Zeeland, Friesland, Utrecht en Gelderland bastion. De hoofdpoort is tussen het Holland en Zeeland bastion.

KOGALLA LAGOON

BLAUWE PAUW - pavo cristatus -

INDISCHE KIEVIT - vanellus indicus -

TRINCOMALEE

De diepe baai van Trincomalee was een ideale natuurlijke haven en bergplaats voor schepen. Trincomalee werd in 1639 door de VOC op de Portugezen veroverd. De haven was vooral van strategisch belang als vlootbasis met het oog op de bescherming van de vaarroutes. In de 17de eeuw werd deze haven beschermd door zes forten.